In de donkere bioscoopzaal, waar ik het privilege had al een uur helemaal alleen te zijn, hoorde ik opeens gegiechel. Niet het lage, volwassen gegiechel dat een beetje schuldbewust kan zijn. Maar het gegiechel van kleine kinderen; vol en rond en unapologetic. Zonder dat ik het gemerkt hadden, hadden ze zich achter in de zaal genesteld.
Dodenrijk
Het was een lachen in allerlei toonhoogten, waar maar een ding uitsprak: Vreugde. En het aanstekelijke gegiechel was onlosmakelijk verbonden met de grappige scenes die voorbij kwamen. We keken Coco, een Disneyfilm over het Mexicaanse jongetje Miguel die met Dia de los Muertos een avontuur in het dodenrijk beleeft. Het is lang geleden dat ik zoveel heb gelachen en tegelijkertijd zoveel traantjes heb weggepikt.